Elk bedrijf tracht de kosten zoveel mogelijk binnen de perken te houden. Een factor daarin is het beperken ven personeelskosten. Binnen een bootbedrijf betekent dat een zo gering mogelijk aantal bemanningen. Schaalverkleining leidt daar niet toe, als die verkleining vergroting van het aantal schepen betekent en dus vergroting van het aantal scheepsbewegingen. Dat betekent dus hogere personeelskosten en binnen de Concessiewet verlaging van de alternatieve beschikbaarheid van de havenfaciliteiten, gegeven de "venstertijden".
De bestaande bootverbinding zit qua prijsstelling al aardig aan de grens van wat nog acceptabel wordt geacht, is daarnaast sterk afhankelijk van de prijsstelling van verblijfsfaciliteiten op de eilanden (zeg maar de huisjeshuur). Daarin kon wel eens geen plaats zijn voor hogere personeelskosten en kleinere vervoerseenheden (op langere termijn). Ik merk overigens op dat dit aspect destijds bij de poging van de Gemeente Terschelling, de bootdienst onder controle te krijgen, al aan de orde is geweest, maar dat is inmiddels > 25 jaar geleden.
Piekbelasting in verkeersbewegingen in de havens wordt nauwelijks veroorzaakt door een "kolos" in de haven, zeker niet bij de thans toegepaste enkelstrooks loscapaciteit autoverkeer. Dat is gemakkelijk af te werken. De werkelijk piekbelasting veroorzakende factor zijn de voetgangers die veel complexer bewegingen veroorzaken dan autoverkeer (ik ben me er van bewust dat er voldoende mensen zullen zijn die zeggen: "Als Boot dat beweert, is dat onzin", dat zij dan zo), vooral wegens de complexiteit en traagheid van hun verkeersbewegingen (bagage ophalen, OV zoeken, verkeersstromen kruisen).
Het "positieve effect op werkgelegenheid" is een politiek argument dat geen goede grond is voor de efficiency van een ondernemingsgewijs georganiseerd bedrijf. Dat effect drijft de prijs op bij gelijkblijvende omzet, verdeeld over een groter aantal eenheden om die omzet te halen.
Binnen de Concessiewet is het ondernemingskarakter van de bootdienst vastgelegd door erkenning van het rendementspricipe. Andere dan ondernemingsgerichte argumenten behoren in dat rendementsprincipe geen rol te spelen.
De afwikkeling van het vervoer naar de eilanden door middel van Waddentaxi's en snelboten heeft een effect op de schaal, maar houdt meer in dan die. Beide vervoersvormen zijn een compensatie van tijd en flexibiliteit, beide factoren van comfort en/of luxe, waarvoor een forse prijs moet worden betaald. Ook die factoren zijn in de Concessiewet erkend door het "voorzieningenniveau" als basis voor een volgende dienstperiode te stellen. In dat kader is de kleinschaligheidstendens een gevolg van comfortfactoren en niet een zelfstandige tendens. Je zou zelfs kunnen stellen dat de kleinschaligheid in die optiek een gevolg is van gebrek aan vervoersvraag bij toenemende flexibiliteits- en comfortvraag. Zo bezien kan een kleinschailgheidstendens niet zonder meer positief worden beschouwd.
Wat de serie gepubliceerde Indonesiëfoto's betreft: fraaie serie, maar als ik dat zo zie ben ik weer ontzettend blij met de IVW/Scheepvaartinspectie.
@ Leen: als die goed functioneert dan hoeven we op Terschelling geen Indonesische kleinschaligheidstendensen te vrezen.