Schepen van Doeksen > Overige onderwerpen

Scheepsontwerp en vlootontwikkeling

<< < (17/18) > >>

willem boot:
Nee hoor, we zijn het niet "niet eens". We weten gewoon niet wat een trimaran van dat formaat op de korte zeegang zou doen, afhankelijk van wat de constructie van dat type is. Even goed kijken, want ik heb geen stelling ingenomen, maar een vraag gesteld waarop ik geen antwoord paraat heb. Even kijken of iemand anders hier iets verstandigs over weet te zeggen?  ;D

Humtidumty:
Dus voor mij als absolute no-no:
Vergroting heeft op een schip niet meteen een gunstig effect waar het de gedragingen en de zeegang betreft?
Ik vraag me meteen ook af wat de verhoudingen dan zouden worden bij een trimaran.
Ik zie de zeilboten van dit type er bijna vierkant uit zien qua lengte/breedte verhouding. Zou dat niet ook meteen uitdagingen betekenen voor de wendbaarheid en de benaderingen van de havenmonding(en)?

Humtidumty:

--- Citaat van: willem boot op 31 mei 2012, 14:08:07 ---Iedereen mag mooi of lelijk vinden wat-ie wil, natuurlijk, maar, beste mensen, er bestaat nog altijd een verschil tussen een veerpont en een veerboot (of, voor mijn part, veerschip). Dat zo'n ontwerp van een symmetrische kopladingboot iets weg heeft van een IJ-pont neemt niet weg dat het voor de Waddendiensten evenzeer een uiterst zeewaardig scheepstype kan zijn.
Op de dienst Sylt-Römö zijn ze met zo'n type schip begonnen en hebben ze het asymmetrische-idee radicaal overboord gezet. De beide nieuwe kopladers van de WDR, de Uthlande en Schleswig-Holstein zijn prima type schepen, gedragen zich goed, zijn zeer comfortabel en bieden nogal wat voordelen voor de bootdienst boven het asymmetrische type dat WDR lang heeft gehad. In Duitsland kwam veel negatief commentaar op het uiterlijk van dit "strijkijzer"-type, maar daar is heel wat meer over te zeggen Zie:

http://www.faehre.de/fileadmin/content/pdf/HANSA_2_2012_Schwimmende_Bruecken.pdf

op de web site van de WDR. Heel informatief. Ik ben verleden jaar eens met zo'n bootje over geweest, aan te bevelen.

--- Einde van citaat ---

Ik begrijp uit het duitse stuk dat de "pont"variant voordelen zou hebben.
Nu heb ik niet alles gelezen maar ik mis wel een beetje de kritische noot. Is die er niet dan of heeft een voorstander opdracht gegeven voor dit positieve stuk?

Ik kan me zo voorstellen dat de opbouw, zeker die van de voorbeeldboten in D, toch ook zo zijn minpunt kent.
Het lijkt me b.v. bij ruwe zee geen fijne bouw, met een open ruim, en ik kan me voorstellen dat je ook een stuk in moet leveren in de cappaciteit van een schip door aflopende einden van de opbouw. » weegt dit wel op tegen de (vermeende?) voordelen van een schip met 2 voorkanten?

willem boot:
Om te begionnen: de Duitse veerboten zijn, inclkusief de dienst waarop ze varen, niet helemaal vergelijkbaar met die in NL. De dienst is deels gestructurerd als een "island hopper", dus je vaart vanaf Dagebüll via Wyk naar Wittdün. Doe je dat met deze schepen, dan zal je ruimte aan dek moeten hebben om auto's te keren die in Wyk aan boord gaan en er in Wittdün vanaf moeten.
Ten tweede is de vaarroute qua diepgang en zeegnag zeer afwisselend. Houdt dus een geringe diepgang + hoge zeewaardigheid in. Toen de Uthlande (5) de eerste storm meemaakte, werd er op de site van WDR onmiddellijk positief geraporteerd over hoe het schip zich hield. OK, WDR zal niet gaan beweren dat er iets aan mankeert.

Het stuk dat er over deze schepen is geschreven, is tegelijk een reactie op veel kritiek op het uiterlijk van deze strijkijzertjes, omdat het in Duitse ogen niet op een schip lijkt. Dat kan worden beweerd, maar als je eens goed bijhoudt hoe een schip er tegenwoordig uit ziet, dan moet je gewoon je eventuele 1956-Friesland denkbeelden achter je laten, dat is pure historie. Nieuwe ontwerpen van deze tijd gaan principieel uit van efficiëntie van een schip en dus wordt het zo gebouwd als het het meest verantwoord is. Dan lijkt een schip 2012 niet meer op een schip 1980, 1960, 1930, laat staan nog eerder. Dat is niets nieuws, want dergelijke ontwikkelingen kan je al zien vanaf het prille begin van de mechanische scheepvaart.
Verder heeft zo'n Uthlande of Schleswig-Holstein geen "ruim" maar een laaddek en dat is zo groot en zo vrij mogelijk. Tussen Dagebüll, Föhr en Amrum is de zeegang  wegens de geringe diepten daar, meestal niet zo scherp als die op het traject naar Vlieland boven de Richel kan zijn. De "aflopende einden van de opbouw" hebben niets te maken met de ladingcapaciteit, de schepen hebben gewoon open koppen, net als de Spathoek. Op Terschelling en Vlieland voldoet dat niet, hoewel je er sinds de dichtslibbing van het Schuitengat minder mee te maken hebt op Terschelling. Toen de Noord-Nederland ("Bereboot") werd aangeschaft, is de kop onmiddellijk geheel afgesloten. Bouw van "strijkijzertjes" is heel goed denkbaar met gesloten koppen, dat is geen enkel probleem. Zie de bootdienst van Sylt naar Römö (syltfaehre.de). Boot heeft vizierkleppen die deels zijn afgesloten. Dat kan met een gewijzigde constructie gemakkelijk worden veranderd.

Verder, @ Leen: er wordt kennelijk goed nagedacht over wat het worden moet en dan kan je veel kanten op. Nu maken we meer ontwerpen dan jaren terug en dat kan dan allemaal erg variëren. Zelfs bij de Friesland van 1956 gebeurde dat al: dat schip was oorspronkelijk ontworpen zonder de bak die er aan is geconstrueerd.

Humtidumty:
Helder verhaal Willem.
Daar waar ik zat te denken aan cappaciteit denk ik niet zo zeer aan laadvermogen van aantal voertuigen maar aan aantal zitplaatsen wat mij minder lijkt (minder m² boven de laadruimte voor voertuigen namelijk).
Als je de opbouw van de Vlieland bekijkt dan is die m.i. meest efficiënt gebruikt, waar de srijkijzers delen missen hierbij.

Navigatie

[0] Berichtenindex

[#] Volgende pagina

[*] Vorige pagina

Naar de volledige versie