Daar kan ik het volgende op antwoorden:
1) historisch: er werd geconstateerd dat de oude boot op was of dat er een groterte nodig was. Dan werd beslist wat er komen moest en hoe groot/snel die ongeveer moest zijn. Ergens om 1955 kreeg je danb een dossiertje van 5 cm dik en ging de ontwerper aan het werk. Nu is dat dossiertje zowel bij de rederij als bij de ontwerper of de werf zo ongeveer een dubbele stalen kast groot.
2) Tegenwoordig
- Je plant de vervoersprognose (hpoeveel auto's/passagiers/andere zaken) en in welke periode
- Je schat de capaciteitsbehoefte voor de toekomst.
- Je stelt een programma van eisen op.
- Je kijkt om je heen, vooral ookk in het buitenland, naar vergelijkbare diensten
- Je kiujkt naar de modernste technieken
- Dan wordt een voorlopig bestek gemaakt o.b.v. programma van eisen
- Er wordt een ontwerper gezocht en die gaat aan het werk, maakt berekeningen voor exploitatiekosten, bouwkosten, snelheid etc.
- Na heel veel rondjes bijstellen komt er een definitief ontwerp.
- Je laat een model slepen bij Wageningen of ergens anders, zodat je weet welk vermogen je nodig hebt of de rompvorm optiomaal is en de snelheid kan worden gehaald.
- Nu wordt er een inschrijving gehouden bij diverse werven, of je gaat naar de werf waar opa ook al z'n bootjes liet buwen.
- Als de inschrijvingen binnen zijn bepaal je wie gaat bouwen.
- Dan wordt er stevig over prijs en termijnen onderhandeld en daar komt een prijskaartje uit inclueif voorweerden meer-/minderwerk.
- Contract wordt getekend.
- Werf koopt spullen in en gaat bouwen.
De hele procedure kan jaren duren, meestal begint een bootdienstondernemer nadat zijn laatste nieuwe boot in dienst is gekomen al te kijken wat er aan schort en wat-ie eigenlijk beter had moeten doen. Dat is de basis voor de volgende.
Ga maar uit van een doorlooptijd van zo'n vijf jaar, althans nu. Daarin inbegrepen zijn de onderhandelingen hoe te voldoen aan de eisen van scheepvaartinspectie en klassbureau.
Verdere vragen hoor ik wel
Willem Boot