Vlielandiae/Vlielandia Trouwens was het handiger als deze nieuwe topic deel zou uitmaken van "s.s. terschelling" - indien echter de verspreiding als fatsoenlijk moet worden beschouwd, mag ik dan even opmerken dat een VLIELANDEA sowieso niet bestond en -omdat ik in het dagelijks leven Latijnse geef,- de moeilijke, maar ook unieke naamgeving wellicht een beetje ophelderen.
We lezen bij F. Drost, Passagieren op de Wadden, 1980, blz 40:
"1933 werd rederij Doeksen dus eigenaresse. De oude 'Terschelling' werd omgedoopt tot 'Vlielandiae' en ging de 'Stortemelk' vervangen voor het vervoeren van passagiers van Vlieland naar Vlieree en omgekeerd. In de zomer van 1934 werd de boot nog een maand lang ingezet voor een dienst van Vlieland op Texel en Den Helder maar dat bleek niet rendabel te zijn en werd dus in volgende jaren niet herhaald."Circa 1938 ligt de oude Terschelling, maar in dat jaar Vlielandae geheten, achter in de haven van Terschelling.
Niet veel later werd dit scheepje afgevoerd van de sterkte.
Volgens SSS, blz 320, s.v. TERSCHELLING werd de naam al in 1934 naar VLIELANDIA verandert. Dan dateert de foto uit 1933.
SSS blz 209:
Merkwaardig: de 'Terschelling' was na vijftig jaar eindelijk in Terschellinger hand gekomen; nog merkwaardiger: de boot kreeg de naam 'Vlielandiae' (= latijn voor: naar Vlieland), later gewoon 'Vlielandia'.De naam "VLIELANDIAE" is een grillige kunstmatige latinisering. Gesteld dat er vandaag een MIDSLANDIAE
was. Dan wordt de flauwekul als het gaat om taal onmiddellijk duidelijk: MID/MIT(T) en LAND zijn ongetwijfeld twee zuivere - filologisch gezien- Germaanse worden - met als achtervoegsel een misplaatst blijkend morfeem uit een romaanse taal.
Het woord bestaat morfologisch uit drie onderdelen:
a) naam van het eiland, b) de letter -"i"- als tussenvoegsel, zonder enige betekenis op semantisch gebied, c) het Latijnse achtervoegsel "-ae".
Over de vertaling heeft Willem Boot zich wel vergist:
Het suffix "-ae" werd in het Latijn gebruikt om te vermelden wie de eigenares is (genitief), of om te laten zien voor wie iets bedoeld is (datief).
Omdat een genitief of een datief altijd gekoppeld zijn aan een hoger begrip, moeten we stilzwijgend het woord
navis (het schip) of
navicula (het bootje) toevoegen. Dat komt neer op de volledige naam. Er zijn dus twee juiste, nabije vertalingen:
a) [navis/navicula Vlielandiae) --> "Het (kleine) schip
van Vlieland" of:
b) [navis/navicula Vlielandiae] --> "Het (kleine) schip
voor/opgedragen aan Vlieland"
In verband met geografische namen bestaat er bovendien een deerde, hier minder waarschijnlijke mogelijkheid,
de oude zelfstandige locatief, (oorspronkelijk
-ai, in het klassieke Latijn verschijnend als
-ae.)
De locatief toont waar zich iets bevindt. Dus:
[navis] Vlielandi
ae = [de boot die zich] op Vlieland [bevindt]
Om te vermelden dat iemand ergens heen onderweg is, werd de vierde naamval met het suffix
-am gebruikt.
Ze hadden haar dan Vlielandi
am moeten noemen:
[navicula] Vlielandi
am [petens] = [de/een boot op weg] naar Vlieland
Elke vrouwelijke voornaam op
-a is eigenlijk een latinisering, vandaar zijn alle scheepsnamen eindigend op
-a-op morfologisch gebied automatisch ook latiniserend. Maar de scheiding tussen onzin en zin begint wanneer er bovendien een semantische betrekking aanwezig is, bijv. WILHELMINA, CHRISTINA enz. (PSD) verwezen symbolisch naar het koningshuis. Of in het geval van een BRITANNIA (Cunard) is de historische betrekking vanzelfsprekend. Stena is gesplitst: Het adjectief "BRITANNICA" bestond in het kjlassieke Latijn, "HOLLANDICA" is vrij verzonnen en dient hoogstens BATAVICA te heten.
Conclusie: Wie had toen de naam VLIELANDIA(E) uitgevonden? a) een gymnasiast, b) wellicht tegelijk een grappenmaker.