Schepen van Doeksen > Overige onderwerpen
Diverse vragen, opmerkingen en dingen over Doeksen
Christian:
Vergeten Driebruggenplan - Het einde van de wadden-veerboten
Vrienden van "alternate history!" Stel dat er een dam was gebouwd tussen Terschelling en de vaste wal. Het is - achteraf gezien - een nachtmerrie, een onderwerp geschikt voor na middernacht :) Het geloof in de vooruitgang van de techniek was eind jaren 60 zo groot, en de bewustheid van de gevolgen voor het milieu was zo klein - we waren bijna in het volgende scenario terecht gekomen:
Per auto naar Ameland?
In 1966 werd door het provinciaal bestuur van Friesland het principebesluit genomen een dam aan te leggen naar Ameland. Dit had tot gevolg dat er druk werd uitgeoefend op de Rijkswaterstaat, de investeringen in de verbinding met Ameland op een laag pitje te zetten. Rijkswaterstaat had een programma in uitvoering, waarvan men niet wilde afwijken. Naderhand zou blijken dat dit een uitstekende ambtelijke vorm van doorzetten was.
Het plan maakte tongen en pennen los en zou leiden tot het instellen van de Waddenzee Commissie, die in 1974 een uitvoerig rapport uitbracht over de voor- en nadelen van inpolderingen in de Waddenzee. De conclusies en aanbevelingen waren niet ten gunste van mogelijke inpolderingen of het aanleggen van één of meer dammen.
In 1969 lanceerde de heer J. van der Zee te Groningen een "Driebruggenplan". Het betrof een plan voor de bouw van bruggen naar Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog. Het ontwerp was redelijk onderbouwd maar verdween in de lade met nimmer uitgewerkte ontwerpen.
Bron: Durk Th. Rheitsma, Van postschip tot Veerboot , Hallum 1985, p.122
Christian:
Ook toen nooit zonder iets lekkers aan boord:
DIEPVRIES OP BOTEN NAAR VLIELAND EN TERSCHELLING
HARLINGEN — Rederij Doeksen op Terschelling heeft per 1 mei het buffet van de passagiersboten op Terschelling en Vlieland, annex dat van restaurant Neptunus op de postbootkade, verpacht aan de heer S. E. Bakker, een schoonzoon van de heer P. Miedema, die in Harlingen hotel „Zeezicht", op Terschelling hotel „Nap" exploiteert en binnenkort ook de exploitatie van hotel „Zeezicht" op Terschelling zal overnemen.
De heer Bakker introduceert als nieuwtje op de boten naar Terschelling en Vlieland het serveren van complete diners uit diepvriesvoorraad.
Bron: Friese Koerier | 02-05-1962
Wim Vink:
Na WO-2 kwamen er twee betonnen lichters in de haven van WTs te liggen die dienden als bevoorradingsschip voor de stoomschepen.
Dat waren de Canada en de Tarakan. Op bijgaand plaatje een van die schepen, waarbij niet is bekend welke van de twee het was.
In 1959 verdwenen ze van het toneel.
(meer details in SSS op blz 313 en 321).
bron: zie afbeelding.
Christian:
DE FLITS IN DE PAN (1954):
MS W.F. VAN DER WIJCK – BIJNA-BOOT VAN DOEKSEN
DEEL 1 | DEEL 2
„Koop haar“, riepen ze unaniem op zaterdag 1 mei 1954 tijdens een proefvaart, de burgemeesters van Terschelling, Vlieland en Harlingen, en „koop haar" was ook de opinie van V.V.V. Terschelling, en „koop haar" adviseerde de hoofdingenieur-directeur van de Rijkswaterstaat.1
Er is amper een topic met betrekking tot Doeksen, dat op dit forum nog nooit besproken was, lijkt mij tenminste, maar over de affaire tussen de rederij en MS van der Wijck, welke uiteindelijk mede tot de bouw van de FRIESLAND I leidde, vond ik hier verder nog niets, behalve ergens drie schaarse opmerkingen van respectievelijk Vriend, Wim Vink, en Willem Boot. (Er bestaan wel korte berichten hierover in S.S.S., pagina 241, en in DE REEDERIJ, pagina 102.)
Daarom heb ik de aangelegenheid nagetrokken in de kranten van 1954, om te weten te komen, wat er precies aan de hand was; en dit vergeten heen en weer rond de charmante boot heeft me gepakt. Ik zal proberen, verslag te geven in chronologische volgorde, gesplitst in twee delen.
In februari 1954 werd op de voorpagina van de LC voorzichtig vermeld:
„'Van der Wijck' naar dienst Terschelling - Harlingen ?
De Nederlandse Spoorwegen willen het bekende veerschip 'Van der Wijck', dat dienst heeft gedaan tussen Enkhuizen en Stavoren, van de hand te doen. Enige maanden geleden heeft de rederij Doeksen het schip eens bezien, doch onderhandelingen over aankoop zijn toen afgesprongen, zo deelt men ons mee. De rederij, die het schip tussen Terschelling en Harlingen zou willen laten varen, zou nog niet geheel van haar plannen hebben afgezien."2
In april 1954 werd de proefvaart besloten:
„Binnenkort betere verbinding met Vlieland en Terschelling
Door de N.V. Terschellinger Stoomboot Mij (Fa Doeksen) zal op 1 mei a.s. met de 'Van der Wijck' (vroeger varende op de lijn Stavoren—Enkhuizen) een proefvaart worden gehouden op de lijn Terschelling—Vlieland—Harlingen. Het laat zich aanzien, dat de bootverbindingen met de eilanden Terschelling en Vlieland gedurende het a.s. seizoen aanmerkelijk beter zullen worden."3
Van der Wijck was, vergeleken met de toen bestaande vlot, ogenschijnlijk een verleiding tot glans en glorie op de verbinding met Terschellling, met4
* zitplaatsen voor 2000 personen (i.p.v. vier schepen met een gezamelde capaciteit van rond achttienhonderd passagiers),
* vaartijd anderhalf (in plaats van tweeënhalf) uur met 12.31 knopen, gedreven door 2x 625 rpk Werkspoor diesel, 2 roeren, 2 schroeven,
* verdekte, windvrije dekken en ruime, uitstekend gemeubileerde salons.Toen ze aan Doeksen werd geoffreerd, zat ze qua leeftijd al precies in het midden tussen de huidige MIDLSAND en de FRIESLAND II, maar qua gezelligheid ook nog steeds een topper, met een pluchezetel voor iedereen in aanbod: Zelfs het benedendek had niets weg van een spelonk:5
Voor het autovervoer was er letterlijk "boven"dien reeds een oplossing verzonnen; ze moesten zweven in de lucht, en waarom, in de naam van de hemel boven Harlingen, zou het niet kunnen, i.p.v. rijden over houten planken:
„De auto's zullen met de grote kranen van het Gemeentelijk Kraanbedrijf in Harlingen aan boord worden gehesen, zoals dat ook in de grote havens geschiedt. Op Terschelling zijn geen bijzondere voorzieningen nodig, omdat de auto's daar zo van boord op de kade kunnen rijden. Om op de boot meer ruimte te krijgen voor auto's, zal een deel van het dekhuis worden afgebroken."6
Kortom:
„Het is te verwachten, dat dit schip door de Terschellinger Stoomboot Maatschappij zal worden aangekocht. Dit feit opent grote perspectieven voor het vreemdelingenverkeer naar Terschelling en Vlieland."7
In de bijlage zien jullie de kandidaat op 1 mei 1954 bij het verlaten van de Harlinger haven.8
Doet ie het of doet ie het niet? Volgens mijn bronnen zweeg de krant voorlopig over de uitkomst van de kwestie - tot medio juni 1954...
Bronnen:
1 LC 03-05-1954 p7
2 LC 11-02-1954 p1
3 Nieuwsblad van het Noorden 24-04-1954 p3
4 Friese koerier 04-05-1954 p3; De Tijd 03-05-1954 p4:
Vloot bestond toen uit Schellingerland (750 passagiers), Noord-Nederland (550), Vlieland (400), Stortemelk (150), + Holland (1000)
5 images.qoop.nl/1/2/2/3/12238000.jpg
6 LC 03-05-1954 p7
7 De Tijd 03-05-1954 p4
8 Foto: LC 03-05-1954 p7
Christian:
DE FLITS IN DE PAN (1954):
VAN MS W.F. VAN DER WIJCK – BIJNA-BOOT VAN DOEKSEN – TOT FRIESLAND I
DEEL 2 | DEEL 1
„Och, 't is weer eens wat anders", zei kapitein Alta nuchter, op vrijdag, 15 juni 1956, toen hij de vlag van de maatschappij hees, bij de overdracht van de FRIESLAND I op de Vlieree. Het bericht bevat ook een laatste herinnering aan de beoogde aankoop van de ‚Van der Wijck’:
„Men zal zich het plan herinneren om de overbodig geworden Staveren – Enkhuizenboot ‘Van der Wijck’ tussen Harlingen en Terschelling in te leggen – maar tja, dat zou eigenlijk ook nog maar een lapmiddel zijn geweest. De rederij is toen met deze verrassing, men zou haast zeggen ‚stunt’ gekomen: een volkomen nieuw en modern schip.“1
Om jullie tegen te houden met het vraagstuk, waarom de riante Enkhuizenboot niet mocht, moeten we vooralsnog terug naar de kroniek van 1954: Ze hadden zeker een momentje geaarzeld; desondanks vonden ze het tenslotte niets. Er werd na de proeftocht op 1 mei pas op 18 juni de uitslag vermeld:
„Doeksen ziet af van de ‚Van der Wijck'
De rederij Doeksen op Terschelling heeft afgezien van de aankoop van de vroegere Stavoren — "Enkhuizenboot ‚Van der Wijck', waarmee op 1 mei j.I een proeftocht werd gehouden van Harlingen naar Terschelling. Het besluit zou gebaseerd zijn op het oordeel, dal het schip té groot is voor de dienst op Terschelling en daardoor onrendabel wordt. Terwijl men ook meent, dat er zich bepaalde moeilijkheden zullen voordoen in de haven van Terschelling bij het zwaaien van het schip. De beslissing van de Doeksens zal in de kringen van de eilandbestuurders en van de VVV's op Terschelling en Vlieland ongetwijfeld grote teleurstelling verwekken."2
Willem Boot vernoemt twee redenen, waarom het eigenlijk voor de hand lag, dat ‚van der Wijck’ geen kans had: Naast de leeftijd van het schip verwijst hij ook naar de avontuurlijke plannen, om een deel van het dekhuis af te breken, om meer ruimte te krijgen voor auto's (zie deel1):
„De hele zaak kost een vermogen en levert dan nog een oud, verbouwd schip op en daarom ziet de Rederij ervan af.“3
30 juni 1954. Ten derde: ‚Van der Wijck' toont mogelijk onbetrouwbaar gedrag bij slecht weer. Maar nu volgt de kentering: Het bericht bevat, volgens mij, de eerste publieke aankondiging van de nieuwbouw! Op deze manier zou ik de ‚van der Wijck' liefst de peettante van de Friesland 1 noemen:
„Rederij Doeksen besloot: Géén ‚Van der Wijck’, wčl nieuw schip
De onderhandelingen tussen de rederijen Koppe en Doeksen over de aankoop van de ‚Van der Wijck' zijn — zoals wij reeds berichtten — definitief afgebroken. De reden hiervan was vooral het feit, dat het schip volgens Doeksen te groot is voor de betrekkelijk nauwe haven van Terschelling. Vooral bij slecht weer verwachtte men moeilijkheden.
De directie was zich echter wel bewust, dat men deze plannen niet zomaar aan kant kon leggen, zonder er iets anders tegenover te stellen. Dit ‚andere’ is gekomen in de vorm van ’t besluit, op korte termijn tekening en bestek aan te vragen van een nieuw, up-to-date passagiersschip, waarvan de afmetingen het wel toelaten in de haven van Terschelling te zwaaien, ook bij slecht weer. De gedachten gaan uit naar de bouw van een passagiersschip met een lengte van vijftig meter en een breedte van negen meter, dat volgend jaar in de vaart zal moeten komen."4
24 juli 1954. In de Friese Koerier worden de klachten over de bestaande bootdienst herhaald - waarvan ‚van der Wijck’ oorspronkelijk als oplossing werd beschouwd - en er werd ook de komst van een nieuwbouw vastgesteld:
„Vier schepen varen er in het zomerseizoen heen en weer tussen Harlingen en de Waddeneilanden Vlieland en Terschelling. En als het erg druk is schakelt men ook nog veel de grote zeesleepboot Holland in, die een prachtige passagiersaccommodatie heeft. Maar die schepen kunnen soms zelfs het vervoer naar de beide eilanden niet verwerken. [...].Als het mooi weer is vindt niemand dat erg. Een vakantieganger is wel tevreden met een plaatsje op zijn koffer ergens op het dek van de boot. Maar als het regent en er een frisse zeewind over de Wadden blaast wil men het liefst allemaal binnen zitten. En dat is op die drukke dagen niet mogelijk.[...]
Het is nog niet bekend waar de boot gebouwd zal worden. Het ontwerp is echter klaar - en men hoopt zo spoedig mogelijk met de bouw te beginnen. Als het maar enigszins mogelijk is zal het schip reeds in het begin van het volgende seizoen in de vaart komen.“5
28 december1954: Kortom, de affaire ‚van der Wijck’ heeft de kranten 1954 toch betrekkelijk bezig gehouden:
„Het motorschip ‚W. F. van der Wijck’, dat jarenlang dienst heeft gedaan tussen Staveren en Enkhuizen, is verkocht aan de rondvaartorganisatie ‚Spido’ in Rotterdam. Zoals bekend, is er even sprake van geweest, dat de firma Doeksen dit schip zou aankopen voor de dienst Harlingen — Terschelling. De ‚Van der Wijck’ bleek evenwel voor deze dienst niet rendabel te maken te zijn, waarbij kwam, dat de boot moeilijk manoeuvreerbaar was in de Terschellinger haven.“6
Tot zo ver de poging, om op deze korte episode uit het wisselvallige leven van dit schip nader in te gaan; wie zich vermaken wil met het heden en verleden van dit vaartuig: Op de website van de huidige eigenaar is alles met zorgzaamheid opgeschreven; jullie kunnen ook bladeren in een fotoalbum; bovendien er is een filmpje met de boot, en -Verdorie!- qua uitstraling niet helemaal onvoorstelbaar voor Terschelling?
Bronnen:
1 LC 16-06-1956 p15
2 LC 18-06-1954 p1
3 Willem Boot, De Reederij 1908-2008, p103
4 LC 30-06-1954 p1
5 Friese Koerier 24-07-1954
6 LC 28-12-1954 p5
Navigatie
[0] Berichtenindex
[#] Volgende pagina
[*] Vorige pagina
Naar de volledige versie