Voor de volledigheid hier een foto van de Cycloop. Voor wat betreft de positie van het vergaan van het schip heeft G.J. de Boer het over 52.27 N 04.22 O. En dat is inderdaad precies ter hoogte van IJmuiden. Al die verschrijvingen!
Gijs, niks verschrijvingen, (behalve de 4/7), er zijn gewoon verschillende "tradities" in omloop die geen van alle goed gecheckt kunnen worden. Daar zit iets achter waar de vinger niet goed achter komt. Probleem is dat het British War Museum, dat uitgebreide records heeft van acties op het Continent, gewoon erg slecht communiceert, of liever gezegd, als je ze iets netjes vraagt, gewoon hun waffel dicht houden.
Verder: je zou jezelf een genoegen doen door even te kijken in de bibliotheek naar de boeken "Schepen, Schelpen, Schuitengat"- Franeker 1998, "De Reederij, Koninklijke Doeksen 1908-2008" Harlingen 2008 en "Holland PESK", Harlingen, drie drukken. Die boeken zijn direct gebaseerd op de archieven van de Rederij en diverse Rijksarchieven. Wat je hier citeert is in het algemeen oudere literatuur die maar voor een deel diepgaand teruggaat op de archieven van Doeksen zelf.
De Rederij was en is zeer terughoudend in het openstellen van haar archieven voor buitenstaanders. De opbouw en het beheer ervan hebben we te danken aan de heer Dekker, vm Hoofd Algemene Zaken van Doeksen.
Dat de archieven van Doeksen niet gemnakkelijk toegankelijk zijn, ligt aan het feit dat er nauwelijks scheiding te maken viel tusse familiezaken en dingen die de onderneming zelf betroffen. Aanwijzingen voor het waarom van die verhoudingen vind je in SSS. Dat dat zo is gegroeid, is veroorzaakt door "Hollands Glorie" van Jan de Hartog, die weliswaar veel heeft geluisterd, maar ook zaken over Terschelling ("Kiers") zodanig heeft opgeschreven, dat Doeksen sterk afstand heeft genomen van wat we nu "public relations" noemen. Men wilde jarenlang echt niets meer weten van schrijfgrage buitenstaanders die weer de nodeloze romantisering van het Bedrijf (met hoofdletter) publiceerden. Daar had men -terecht- veel tegen. Pas na het verschijnen van "Texelstoom", Den Burg/Texel 1980, is die houding langzaamaan veranderd, zij het in zeer beperkte kring. Ik mag daarbij verwijzen naar het nawoord van Mr G.J. Doeksen in "De Reederij 1908-2008".
Waarom die houding veranderde? Gewoon een kwestie van gegroeid vertrouwen dat de desbetreffende schrijver met de materie omging als de basis voor een bedrijfsbeschrijving, niet als basis voor vette verhalen over wie nu wel waarvoor verantwoordelijk was. Zo is het gelukt te komen tot een stukje geschiedschrijving die -weliswaar voor de facade van de Naamloze Vennootschap- duidelijk aangeeft hoe de Rederij tot ontwikkeling is gekomen en bereikt heeft wat ze nu is.
Terug naar het uitgangspunt: de afwijkende gegevens betreffende posities van onheil dat de schepen van de Rederij trof in WOII. Welke posities en data ook worden opgegeven, ze zijn niet geverifieerd (behalve die van de tweede Holland) en verificatie op basis van exacte informatie zijdens de Britten is niet aangeleverd, ook al hebben diverse lieden (onder wie ik) daartoe forse pogingen ondernomen.
Anders: er is onvoldoende beschikbaar uit primaire bron. Literatuur is dat niet.
Dat verifiëren geldt niet alleen daarvoor: de Britten pretenderen zeer nauwkeurige archieven te beheren over oorlogssituaties en ook de scheepsbouw. Ga je nu op zoek naar de bouwgegevens van de eerste Holland ex-Beluga, of vraag je naar de records van de Royal Navy over dit schip, dan is het maar een droevig resultaat. Ofwel de archieven zijn er niet, of ze worden beheerd door particuliere ondernemingen die astronomische onderzoekstarieven vragen zonder enige garantie dat ze resultaat kunnen leveren, zelfs zonder enige verificatie dat ze werkelijk het gevraagde onderzoek doen (1) en op deskundige wijze(2).
Ook voor de Holland (3) geldt exact hetzelfde.
Dat wil zeggen, dat het citeren van bestaande gedrukte literatuur maar zeer globaal op waarde kan worden geschat. In hun tijd van verschijnen was het al veel meer dan tot dan toe bekend, maar serieus verantwoord onderzoek in de
primaire bronnen lag er nauwelijks aan ten grondslag. Mijn goede vriend GJ de Boer heeft daarin veel goed werk verzet, maar zich minder geconcentreerd op verificatie van de gegevens. Dat speelde toen in de scheepvaarthistorie nauwelijks een rol. Wil je nu die verificatie wel op orde krijgen, dan hebben we nog een lange weg te gaan, want dat is vooral op het punt van de periode 1939-1945 nog lang niet rond.