Nog een detailverschil dat ik niet heb genoemd is, dat de 'Schellingerland'(1) na '54 een extra salon op het promenadedek had. De NN (1) had die niet).
Volgens je eigen boek was dat in april 1950 (zie blz 239 en blz 321)
Schaamrood op m'n kaken..... Je hebt volkomen gelijk!
Ik kan mij goed herinneren, dat de Schellingerland die extra salon kreeg. En ik weet welhaast zeker, dat dat in 1954 was.
Groet,
Gijs Hesselink
Nee, Gijs, de datum van 13.04.1950 komt uit de kantoorjournaals van de Rederij en vermeldt dat dan de boot vertrekt naar Zwartsluis om de hut op het promenadedek te plaatsen. Dus geen 1954, maar 1950. Die journaals werden werkelijk punctueel bijgehouden. Bootje in de passagiersdienst, eruit, heer die en die naar de vaste wal, dat soort dingen. Geeft enorm veel inzicht in de dagelijkse gang van operationele zaken.
Dan telt nog, dat de Rederij in 1954 al uitgebreid bezig was na te denken over de eerste Friesland, omdat het passagiersaanbod in die jaren steil toenam. Dat gebeurde nog niet zo sterk in 1950 (zaten we nog zowat in de voorfase van de "Wederopbouw") en dus was een "aanpassing" mooi genoeg. Zo'n hutje kon dan mooi helpen.
Toen de Rederij al serieus nadacht over de nieuwe Friesland, zullen de heren echt niet hebben gedacht aan "even" een hutje erbij met grote uitgaven op komst, dat zou zeer on-Rederijs zijn geweest.
Vraag is nog of die 'hut" nu echt nieuw was of ergens opgedoken. Dat antwoord geeft het rederijarchief niet. Voor dit soort "klassieke" schepen was het gebruikelijk zo'n dekhut in teak op te bouwen, wat natuurlijk niet bepaald goedkoop was. Teak in die tijd had minstens dertig jaar in het water gelegen en kostte een vermogen. Bekend is dat dat nog wel eens pijn deed in de portemonnee en dus werd er ander materiaal gezocht. Zo kreeg de -naar ik meen- Stortemelk II op enig moment een stuurhut van grenenhout.
De vierde Holland heeft een paar jaar terug een nieuw houten slijtdek gekregen van teak. Goede en dure oplossing, maar niet typisch voor de Holland, omdat het oorspronkelijke houten slijtdek was gemaakt van 4 cm dik Oregon pitch pine, dus een soort naaldhout.